Zwembadwaterbehoefte Rotterdam in kaart gebracht

Uit de resultaten blijkt dat Rotterdam tussen nu en 2030 over voldoende overdekt zwembadwater beschikt. Voor de activiteiten doelgroepenzwemmen, schoolzwemmen, banenzwemmen en recreatief zwemmen worden geen noemenswaardige knelpunten in de beschikbare watercapaciteit tot 2030 verwacht. Dat is vooral te danken aan het zwembad Hart van Zuid dat momenteel wordt gebouwd. Het biedt ook voldoende gelegenheid voor zwemwedstrijden.

Het rapport voorziet vanaf 2025-2030 wel tekorten aan voldoende geschikt badwater voor zwemlessen, met name in bepaalde gebieden. Omdat schoolzwemmen overdag plaatsvindt, wordt het beschikbare water al maximaal gebruikt. Bij de planning van vervangende zwembaden zal de gemeente hiermee rekening moeten houden. Datzelfde geldt voor de specifieke behoeften van de zwemsport. Er wordt gezwommen in water dat zich daar met enige flexibiliteit wel voor leent, maar dat niet voldoet aan de sporttechnische criteria (voorwaarden voor lengte, breedte, oppervlakte, diepte en watertemperatuur).

De gemeente heeft veel informatie over de vrijetijdsbesteding van de Rotterdammer en de trends in het gebruik van zwembaden. Met het rekenmodel van Mulier Instituut en de KNZB is het mogelijk gebleken die informatie te benutten voor een planningsnorm die de gemeente kan helpen met de plannen voor bestaande en mogelijk nieuwe zwembaden. Wethouder Adriaan Visser (o.a. Sport): “Dankzij deze nieuwe methode weten we nu heel precies wat de zwembadwaterbehoefte is voor Rotterdam. Dat helpt ons om de juiste beslissingen te nemen als het gaat om grote investeringen voor een lange termijn."

Het rapport ‘Rotterdamse planningsnorm overdekte zwembaden’ is vanmiddag overhandigd door Koen Breedveld, directeur Mulier Instituut en Jan Kossen, directeur KNZB aan Adriaan Visser, wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad en Sport van de gemeente Rotterdam.

Klik hier om de rapportage Rotterdamse planningsnorm overdekte zwembaden te downloaden.