Direct naar de content

Grote investering in Rotterdamse sportaccommodaties

Rotterdam maakt einde aan achterstallig onderhoud

Onder de noemer ‘Rotterdam. Sterker Door.’ gaat Rotterdam de komende 10 jaar fors investeren in het vernieuwen van sportaccommodaties. Voor de korte termijn wordt er bijna 50 miljoen geïnvesteerd om snel aan de slag te kunnen met zes grote projecten. De voorgestelde investeringen in het vervangings- en renovatieprogramma zijn nodig om ervoor te zorgen dat achterstallig onderhoud van zwembaden, sporthallen, kantines en kleedkamers tot het verleden behoren.

Meteen aan slag
De gemeente gaat meteen aan de slag met een eerste zestal grote projecten. Het gaat om de vervanging van zwembad Overschie, Huis op Zuid (een multifunctioneel gebouwencomplex met daarin een nieuw zwembad en een nieuwe sporthal), de nieuwe sporthal Stadionpark, Sporthal Schuttersveld, Topsporthal CTO en de vernieuwing van veldsportcomplex Nieuw Terbregge. Onder de noemer ‘Rotterdam. Sterker Door.’ zet de gemeente in op herstel van het maatschappelijk leven en de economie als gevolg van de coronacrisis. Deze investeringen zijn niet alleen goed voor sportend Rotterdam, maar ook een belangrijke impuls voor de bouwsector.

Miljoeneninvestering
Niemand wil sporten in een muf gebouw, zwemmen in een zwembad met gebarsten tegeltjes, of douchen met ijskoud water na het sporten. Dergelijke toestanden worden voorkomen dankzij het Vervangings- en Renovatieprogramma sportaccommodaties. De benodigde investering voor de periode 2020-2030 bedraagt € 156 miljoen. Rotterdam kiest hiermee voor een nieuwe werkwijze. In plaats van achteraf kijken waar vernieuwen noodzakelijk is, wordt vooraf bekeken en berekend welke investeringen noodzakelijk zijn. Bovendien worden nu ook buitensportcomplexen van verenigingen meegenomen, omdat vrijwel geen enkele vereniging de financiële armslag heeft om zelf miljoeneninvesteringen te doen. Na een grootschalige schouw van 61 sportcomplexen (ouder dan 20 jaar) zijn er zo’n 23 accommodaties opgenomen in het onderhoudsprogramma voor de periode tot 2030.

Sven de Langen, wethouder volksgezondheid, zorg, ouderen en sport:

“Vroeger konden veel verenigingen zelf de eigen locaties bouwen en onderhouden. Nu verenigingen dit niet meer kunnen opbrengen raken complexen in verval. Dit laten we als gemeenten niet gebeuren. Het verenigingsleven is daar veel te waardevol voor. Door het onderhoud goed te plannen, voorkomt dit programma ook onverwachte financiële tegenvallers en behouden we deze essentiële plekken voor ontmoeting, beweging en sportief plezier”.